Vanaf de 2e graad (het 3e en 4e jaar) wordt een onderscheid gemaakt tussen technisch secundair onderwijs (tso) en beroepssecundair onderwijs (bso).

De tweede graad: iets specifieker

Is jouw leerling iemand die mechanische toestellen van nul af aan in elkaar wil steken en zelf het hele proces wil berekenen en opvolgen? Dan is de richting elektromechanica hem of haar op het lijf geschreven. Houdt hij of zij zich liever bezig met het berekenen en analyseren van processen en is het bouwen van toestellen voor hem of haar niet het belangrijkste? Dan is elektriciteit-elektronica of industriële wetenschappen zeker iets voor hem of haar.

Kiezen kan uit volgende richtingen:

Doorstroomgerichte finaliteit

Dubbele (doorstroom- & arbeidsmarktgerichte) finaliteit

Arbeidsmarktgerichte finaliteit

Wat moeten je leerlingen weten over de tweede graad?

Vanaf de tweede graad kiezen leerlingen voor een studierichting binnen een studiedomein en een finaliteit. Voor wie zot is van techniek, is het studiedomein STEM op het lijf geschreven.

Daarnaast zijn er ook nog de finaliteiten. Studierichtingen uit aso en enkele uit tso behoren tot de doorstroomfinaliteit, waarbij het de bedoeling is om na het secundair onderwijs nog verder te studeren. Elektriciteitsrichtingen in tso behoren tot de dubbele finaliteit, waarna leerlingen later kunnen kiezen om verder te studeren of te gaan werken. De studierichtingen uit het bso behoren tot de arbeidsmarktfinaliteit, waarbij leerlingen meteen na het secundair onderwijs aan de slag kunnen in een leuke job of kunnen verder studeren na een 7e specialisatiejaar. 

Leg dat maar eens simpel uit! Gelukkig bestaat deze video voor jou en je leerlingen. 

Video