Bij het kiezen van een middelbare school zien ouders vaak het liefst dat hun kind start in het aso (doorstroomfinaliteit), want je kunt nadien nog altijd 'zakken'. Maar is dat wel zo?
De dubbele finaliteit (vroeger tso) en arbeidsmarktfinaliteit (vroeger bso) worden tegenover het doorstroomgericht onderwijs (vroeger aso) onterecht als minderwaardig beschouwd. Op het einde van de rit heeft tenslotte iedereen hetzelfde papier in handen, namelijk: een diploma secundair onderwijs. 'Afzakken' is dus zeker niet het juiste woord als je van de ene finaliteit overschakelt naar de andere.
Vraag aan ouders waarom ze elektriciteit geen goede studiekeuze vinden. Misschien hebben ze bepaalde vooroordelen: dat je bijvoorbeeld geen goed werk vindt, dat je later niet kunt voortstuderen, … Dat klopt niet. Een opleiding elektriciteit bereidt voor op meer dan 30 beroepen, van elektrotechnisch installateur tot installateur van hernieuwbare energietechnieken. Vele daarvan zijn knelpuntberoepen. Dat betekent dat er heel veel werkaanbiedingen zijn en dat er mooie jobkansen zijn. En ook om verder te studeren liggen de mogelijkheden breed open.
Als een leerling toch begint met doorstroomgericht onderwijs, kan hij of zij nog altijd overschakelen naar een opleiding in het dubbele of arbeidsmarktgericht onderwijs. Ideaal is het wel niet, want je moet soms wat achterstand inhalen. Maar als de jongere écht gemotiveerd is, staat niets in de weg om deze opleiding met succes af te ronden. Bovendien staat hij of zij er niet alleen voor; de leerkrachten zullen hen met open armen ontvangen in 'hun' studierichting.
De vroegere opleidingen in aso, tso en bso hebben een verschillend einddoel, dat we de finaliteit noemen. Zo behoren studierichtingen uit aso en tso tot de doorstroomfinaliteit, waarbij het de bedoeling is om na het secundair onderwijs nog verder te studeren. Bepaalde richtingen uit tso en kso behoren dan weer tot de dubbele finaliteit, die jou voorbereidt op zowel verder studeren als werken. De studierichtingen uit het bso behoren tot de arbeidsmarktfinaliteit, waarbij je meteen na het secundair onderwijs aan de slag kan in een toffe job.