"De opleidingen in het aso, tso en bso zijn evenwaardig. 'Afzakken' is dus niet het juiste woord"

Bij het kiezen van een middelbare school zien ouders vaak het liefst dat hun kind start in het aso, want je kunt nadien nog altijd 'afzakken'. Maar is dat wel zo?

Nee, want het zijn evenwaardige opleidingen

Het technisch secundair onderwijs (tso) en beroepssecundair onderwijs (bso) worden tegenover het algemeen secundair onderwijs (aso) onterecht als minderwaardig beschouwd. Op het einde van de rit heeft tenslotte iedereen hetzelfde papier in handen, namelijk: een diploma secundair onderwijs. (Bij bso behaal je je diploma secundair onderwijs na het zevende  jaar. Na het zesde jaar bso krijg je een getuigschrift.) 'Afzakken' is dus zeker niet het juiste woord als je van aso overschakelt naar tso of bso.

Doen: praat erover met de ouders

Vraag aan ouders waarom ze elektriciteit geen goede studiekeuze vinden. Misschien hebben ze bepaalde  vooroordelen: dat je bijvoorbeeld moeilijk werk vindt, dat je later niet kunt voortstuderen, … Dat klopt niet. Een opleiding elektriciteit bereidt voor op wel 26 beroepen, van elektricien tot installateur van zonnepanelen. Veel daarvan zijn knelpuntberoepen. Dat betekent dat er heel veel werkaanbiedingen zijn en dat er mooie jobkansen zijn. En ook om verder te studeren liggen de mogelijkheden breed open.

Wat als kinderen nadien toch willen overschakelen naar tso of bso?

Als een leerling toch begint met aso, kan hij of zij tot het vierde middelbaar nog altijd overschakelen naar een opleiding elektriciteit in het tso of bso. Ideaal is het wel niet, want je moet dan heel wat achterstand inhalen. Maar als de jongere beschikt over flink wat doorzettingsvermogen én gemotiveerd is, staat niets in de weg om deze opleiding met succes af te ronden. Bovendien staat hij of zij er niet alleen voor; de  leerkrachten zullen je met open armen ontvangen in 'hun' studierichting.

Het einddoel van tso en bso

De opleidingen in aso, tso en bso hebben een verschillend einddoel, dat we de finaliteit noemen. Zo behoren studierichtingen uit aso en tso tot de doorstroomfinaliteit, waarbij het de bedoeling is om na het secundair onderwijs nog verder te studeren. Bepaalde richtingen uit tso en kso behoren dan weer tot de dubbele finaliteit, die jou voorbereidt op zowel verder studeren als werken. De studierichtingen uit het bso behoren tot de arbeidsmarktfinaliteit, waarbij je meteen na het secundair onderwijs aan de slag kan in een toffe job.