Een zoektocht naar intrinsieke motivatie

“We hebben anderen nodig om talent te ontdekken. Pas wanneer iemand zegt dat je iets goed gedaan hebt, ga je daarover nadenken. Daar speelt het onderwijs een cruciale rol: door wanneer je als leerkracht een kind iets bijzonder ziet doen, dat te benoemen.

Talent wordt pas zichtbaar voor de buitenwereld wanneer de leerling terechtkomt in een omgeving die de intrinsieke motivatie prikkelt. Wanneer iemand bijvoorbeeld in de klas komt vertellen over de diepzee, merk je plots dat die leerling ongelooflijk gefascineerd is. Kinderen laten kennismaken met gepassioneerde professionals, wekt die intrinsieke motivatie bij kinderen op. Het is belangrijk dat je hen die kans geeft door hen contexten aan te rijken waarin ze geprikkeld worden."

Luk Dewulf

Het is nooit te vroeg (of te laat)

"Niemand is te jong of te oud om talent te ontdekken. Je moet alleen je aanpak aanpassen. Het kan al bij peuters. Niet door te praten, maar door ze te observeren. Geven ze meteen op wanneer hun blokkentoren omvalt? Of beginnen ze steeds opnieuw?

In de lagere school kan je talentenonderzoeken doen. Ik merk dat steeds meer scholen daarmee bezig zijn. Je vertrekt daarbij vanuit de favoriete activiteit van het kind. Is dat bijvoorbeeld voetbal, dan vraag je door op waar ze voldoening uit halen. Voor de ene kan dat een goede match zijn of omdat ze stijgen in de competitie. De andere krijgt er dan weer voldoening uit dat ze goed samengespeeld hebben. Door te kijken welke rol ze aannemen in de groep, kan je talenten benoemen."

Bij pubers mag je het dan weer niet forceren. Vaak zijn ouders hier de slechtst geplaatste personen om talenten te benoemen, omdat pubers dat van hen niet meer aanvaarden. Het volstaat dat één leerkracht toegang krijgt tot de puber, het dekseltje dat op het potje past als het ware.