Leerkracht Karel brengt de basis van elektriciteit-elektronica aan bij de eerste graad.
“Ik geef les aan verschillende studierichtingen in de eerste graad. In elke klas zitten andere types leerlingen. De ene zit al sinds de lagere school te wachten om met de handen te mogen werken, terwijl de andere technisch minder handig is, maar wel een enorme interesse heeft voor hoe technieken werken. Elke klas vraagt een andere focus, al blijft de basis voor iedereen hetzelfde."
“In groepjes van 2 of 3 ontwierpen en bouwden mijn leerlingen hun eigen mini-serre. Daarin zitten temperatuursensoren verwerkt, gekoppeld aan een SERVO-motor. Wanneer die aangeven dat het te warm wordt in de serre, gaat het luikje omhoog. Daarnaast hebben ze onderzocht hoe een vochtsensor werkt. Eigenlijk zijn dat twee probes die je in de aarde stopt waardoor je de weerstand kan meten. Die hebben ze zelf gemaakt met twee nagels. Als je weet hoe het werkt, hoeft je het niet te kopen.”
“De leerlingen bouwden eenvoudige arcadekasten. In plaats van drukknoppen aan te kopen, liet ik de leerlingen er zelf bouwen. Dat is puur elektriciteit, en ze staan meteen stil bij hoe zo’n systeem eigenlijk werkt. De uitvoering was simpel: met twee elastiekjes duw je gemakkelijk de contacten tegen elkaar en ontstaat er een stroomkring.”
“Om de traditionele poorten aan te leren gebruik ik – zoals veel collega’s waarschijnlijk – de klassieke paneeltjes, maar voor de verdiepingslessen mag het wat meer zijn. Met de grote LEGO-opstelling, centraal in de klas, kunnen de leerlingen zelf verkennen wat er achter elk poortje schuilgaat en kunnen ze zich de sturingen in de praktijk voorstellen.”
“Aan de tweedejaars van STEM-technieken en -wetenschappen geef ik een uurtje verdieping rond Techniek & STEM. Tijdens dat ‘babbeluurtje’ staan we stil bij de rol van techniek in de huidige maatschappij en hoe techniek in het echte leven kan ingezet worden.”