Hoe ervaren kinderen jouw doordachte traject om hen bij hun studiekeuze te begeleide? Op hun eigen unieke manier, zo blijkt. Wij groeven in de hoofden van leerlingen uit het zesde leerjaar van STEM-basisschool De Triangel en ontdekten hoe zij hun studiekeuzeproces beleven.
“In het vijfde leerjaar starten we met de voorbereiding van de studiekeuze. We focussen eerst op talenten. Bij het eerste infomoment proberen we ouders op een speelse manier aan de praat te krijgen over de talenten van hun kind. In de talentenreceptie die volgt, laten we hen die talenten koppelen aan de acht studiedomeinen. In het zesde leerjaar betrekken we ook de finaliteiten erbij. Vanaf januari starten we met het boek ‘De Grote Stap’. We schrappen meteen de scholen die het al zeker niet zullen worden en bundelen alle info uit info-avonden, talentenrecepties, het Beroepenhuis, de STEM-check, schoolbezoeken en oudercontacten om vijf scholen te kiezen. Daaruit kiezen de kinderen en hun ouders er uiteindelijk drie waarbij ze zich aanmelden. Met die driekeuzes moeten ze even blij zijn.
Kinderen zien studiekeuze vaak op een puberale manier. Ze houden rekening met hun vrienden en denken nog niet verder dan het eerste jaar. Ik probeer hen bewust te maken van hun talenten en van wat ze graag doen. De feiten ernaast leggen, als het ware. Want als je nog zes jaar naar school moet, kan je het beter graag doen. Uiteindelijk is de keuze aan hen, maar ik hoop steeds dat ze toch ergens voor hun talent kiezen.”
Vanesa: “Sinds januari werken we in de klasrond studiekeuze, maar zelf ben ik er al sinds september over aan het nadenken. Het is leuk om daar op school mee bezig te zijn. We leren bij over de verschillende domeinen en finaliteiten, de verschillen tussen aso, tso en bso en of een school katholiek is of GO! Onderwijs. Ik vind het heel spannend om de keuze te maken. Mocht ik hier tot het zesde middelbaar kunnen zitten, zou ik hier blijven. Dat zou veel gemakkelijker zijn."
Aysenur: “Een goede school komt op de eerste plaats, en pas daarna mijn vrienden. De scholen in Gent zijn dicht bij elkaar, ik zal mijn vrienden nog kunnen zien. Ik praat vooral met vrienden over mijn schoolkeuze, want mama en papa begrijpen er niet zoveel van. Voor hen is mijn keuze goed.”
Muhammed: “Ik heb met mijn leerkracht gesproken over waar ik goed in ben, wat ik daarmee kan doen, en welke scholen goed voor mij zouden zijn. Ik moet nog kiezen, maar ik heb al twee keuzes voor een school: de business-opleiding in het college of een hotelschool. Ik vind het heel moeilijk om de keuze te maken, want als ik naar het college ga, is het misschien te moeilijk voor mij. Ik sprak er ook al over met mijn ouders, zij zeggen dat het mijn keuze is. Mijn vrienden zou ik wel graag dichtbij hebben en het liefst zit ik ook niet te ver van de school van mijn zus.”
Ismail: “Ik kijk ernaar uit om naar het middelbaar te gaan, want hier is het altijd hetzelfde: dezelfde speelplaats, dezelfde klas, ... De leerkracht vraagt ons wat we leuk vinden om te doen en helpt ons kiezen. Ik wil graag in de bouw werken later. Misschien kies ik al voor keuze-uren STEM in de eerste graad, maar dat ga ik overleggen met mijn oudere zus. Ik praat veel met haar over mijn schoolkeuze. Mijn ouders zeggen ook wat zij willen dat ik doe, maar ik vind dat ik zelf moet kiezen.”
Harun: "Ik wil later iets met elektriciteit doen en ga dus naar een richting in de dubbele finaliteit of de arbeidsmarktfinaliteit. Ik heb mijn 3 mogelijke scholen al gekozen. Ik heb wel wat stress, maar ik ga sowieso nieuwe vrienden maken.”